-
1 communion
communion [kommuunjõ]〈v.〉3 overeenstemming ⇒ eensgezindheid, het zich één voelen♦voorbeelden:exclure de la communion • van de kerkgemeenschap uitsluitenêtre en communion avec la nature • zich één voelen met de natuur→ tablef1) gemeenschap, gemeente2) communie [religie]3) overeenstemming, eensgezindheid -
2 renouveler sa première communion
renouveler sa première communionDictionnaire français-néerlandais > renouveler sa première communion
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский